Ga naar de inhoud
11 juli 2019 • Nieuws

Minister Hoekstra antwoordt: Autoriteit Persoonsgegevens bepaalt wat wel en niet kan

Het is aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om te bepalen of banken die klantgegevens inzetten voor gepersonaliseerde reclame wel of niet volgens geldende privacy-wetgeving handelen. Dat stelt minister Hoekstra van Financiën op Kamervragen van PvdA-Kamerlid Henk Nijboer.

import628-shutterstock_190923107_website

Niet lang nadat ING aankondigde klantgegevens te willen analyseren en gebruiken voor het sturen van gepersonaliseerde advertenties barstte de commotie los. Op sociale media was de teneur voornamelijk negatief en in de Kamer zag Henk Nijboer van de PvdA zich genoodzaakt om aan de bel te trekken. De Autoriteit Persoonsgegeven mengde zich in de debatten door te stellen dat banken het betaalverkeer van klanten niet mogen analyserenvoor reclame.

De hoofdvraag van Nijboer aan de minister was in welke mate de voorgenomen werkwijze van ING in overeenstemming is met geldende wet- en regelgeving en gedragscodes. Volgens Hoekstra is het aan de daartoe bevoegde toezichthouder om over te oordelen, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Hoekstra: “De Autoriteit Persoonsgegevens is de bevoegde toezichthouder ten aanzien van de AVG. Het is dan ook niet aan mij, maar in eerste instantie aan de AP (en uiteindelijk eventueel de rechter) om te bepalen of de werkwijze van ING in overeenstemming is met de privacywetgeving.”

Lees verder op banken.nl 


Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel?

Neem dan contact met ons op.